Sweetbridge

 SweetBridge is
 de website van
 bridgedocent
 Jan van Die.
 Wil je bridge leren of je spel verbeteren en woon je in (de buurt van) Zoetermeer? Neem dan even contact op!

Wie is online

We hebben 4 gasten en geen leden online

Boeken

Puzzels


In dit eerste probleem ben je zuid en je tegenstander is west. De andere twee spelers doen even niet mee.
Je hebt drie speelkaarten in handen: de aas, de vrouw en de tien van harten. Daarmee moet je zoveel mogelijk slagen maken. Hoe pak je dat aan?
 

 
  
Beginners starten vaak met hartenaas. West zal dan de negen van harten bijspelen.
Vervolgens proberen ze de tien van harten. Die neemt west over met de hartenboer.
In de derde beurt speelt west de hartenheer. Zelf heb je alleen nog maar de hartenvrouw, dus ook deze derde slag is voor west.
West wint deze miniwedstrijd dus met 2-1.
 
Het is beter om de eerste slag weg te geven.
Start met de tien van harten. West neemt die over met de boer.
West is nu aan de beurt en legt de negen van harten op tafel.
Die slag kun je met de vrouw nemen en daarna is je aas natuurlijk ook een slag.
Ditmaal is het 2-1 voor jou!
 
Conclusie: Wie geeft, zal gegeven worden!

Probleem2a
Je bent Zuid en samen met Noord heb je nogal wat ruiten.
Hoeveel slagen gaat je ruitenbezit naar verwachting opleveren?
 

Probleem2a
Het lijkt alsof je maar twee slagen hebt: de Aas en de Heer.
Vrouw, Boer, 10, 9 en 8 ontbreken immers.
 
Toch ga je echt niet zoveel slagen missen.
Er zijn 13 ruitenkaarten in het spel.
Daarvan heb jij er 8.
West en Oost bezitten er dus samen 5.
Meestal heeft de ene tegenstander er 3 en de andere 2.
Het volgende plaatje laat ook de Westhand en de Oosthand zien.
Als je de Aas en de Heer speelt, moeten West en Oost natuurlijk ook twee kaarten bijspelen.
Oost is dan door zijn ruiten heen.
West zal waarschijnlijk alleen nog ruitenvrouw overhouden.
 
Je speelt nu ruitenvijf om de vrouw eruit te dwingen.
Als je later via een andere kleur weer aan slag komt, kun je nog twee slagen maken met de ruitenzeven en de ruitenzes.
Je ruitenbezit is dus in de meeste gevallen VIER slagen waard.
 
Natuurlijk gebeurt het ook wel eens dat de ene tegenstander 4 kaarten heeft en de ander 1.
Zelf 5-0 kan je overkomen. Voor de beoordeling van je hand ga je echter uit van de meest voorkomende kaartverdeling.
Daar is de grootste kans op. Je gaat snel vooruit met bridge als je steeds voor de grootste kans kiest.
 
Experttip:
Gevorderde spelers beginnen in zo'n situatie niet met de Aas en de Heer.
Ze geven eerst een ruitenslag weg door de ruitenvijf op tafel te leggen.
West zal in bovenstaand voorbeeld ruitentien maken.
Zodra Zuid weer aan slag komt, kan hij vier slagen achter elkaar oprapen.
Ruitenboer en ruitenvrouw vallen nu immers onder Aas en Heer.
Zuid kan meteen doorgaan met de ruitenzeven en de ruitenzes!
 
Hé! Eerst een slagje weggeven... was dat ook niet de oplossing van probleem 1?
 
Precies!

 
Het is al wat dieper in het spel.
Elke speler heeft nog maar vijf kaarten.
Je bent in Zuid aan de beurt.
Hoe maak je vier van de vijf slagen?
 

 
 
Speel een schoppen vanuit zuid en neem hem zo goedkoop mogelijk over in noord.
(Met andere woorden: als je de boer voorspeelt, neem je over met de vrouw
en als je de heer speelt, neem je over met het aas.)
Je bent nu in noord aan slag en speelt een kleine harten.
 
Variant A:
Als oost met het hartenaas neemt, gooi je in zuid de vier weg.
De kaarten die je overhoudt, zijn nu allemaal hoog.
Oost en west maken geen slag meer.
 
Variant B:
Als oost de hartentien speelt, neem je die over met hartenvrouw.
Vervolgens steek je via schoppen nogmaals over naar noord.
Van daaruit speel je opnieuw een kleine harten.
Oost staat weer voor de keus: pakt hij hartenaas, dan gooi jij de vier en je maakt de laatste slag met hartenheer.
Gooit oost hartenboer, dan maak je meteen hartenheer en is alleen de laatste slag voor oost en west.
 
Speel altijd naar je hoge kaarten toe. Als je vanuit zuid met harten begint, maak je één of twee slagen minder.
 

Het loopt tegen het einde van het spel.
Iedereen heeft nog vijf kaarten.
Je bent in zuid aan slag.
West is ongevaarlijk, maar tegenstander oost heeft aardig wat plaatjes.
 
Tel de slagen die je direct kunt oprapen.
Dat zijn er drie: hartenaas in zuid en ruitenaas en ruitenheer in noord.
Als je die drie topkaarten direct maakt, zal oost hartenvrouw, ruitentien en ruitenboer bijspelen.
Zelf heb je daarna alleen maar kleine harten en kleine ruiten over.
Wat je ook speelt: oost komt aan slag en maakt hartenheer en ruitenvrouw.
 
Hoe kun je toch vier slagen maken?

Je kunt een slag extra maken door je lange ruitenkleur in noord te ontwikkelen.
Speel in de eerste slag uit zuid een kleine ruiten en leg in noord ook een kleine ruiten.
Oost komt dan aan slag met ruitentien.
 
Hij kan nu vervolgen met harten of ruiten.
 
Kiest hij in de tweede slag hartenvrouw, dan neem je de slag in zuid met je aas.
Vervolgens steek je met de laatste kleine ruiten over naar ruitenaas in noord.
Daaronder zie je bij oost de ruitenboer vallen.
Vol vertrouwen speel je nu ook de ruitenheer.
Oost moet kleur bekennen en de ruitenvrouw bijspelen.
Je ruitennegen in noord is nu je vierde slag.
Oost heeft geen ruiten meer en moet hartenheer bijspelen.
 
Speelt oost in de tweede slag ruiten terug, dan kom je in noord aan slag en maak je ook weer de ruitenaas, de ruitenheer en de ruitennegen.
Vervolgens steek je met hartenacht over naar hartenaas in zuid voor je vierde slag.
 
Je ziet: lange kleuren leveren vaak een slag extra op!
 

Het is al wat dieper in het spel.
 Elke speler heeft nog maar drie kaarten. 
Je bent in Zuid aan de beurt.
De vooruitzichten zijn somber. Je tegenstanders hebben nog een heleboel hoge kaarten.
Het ziet er naar uit dat je in ieder geval nog een slag in ruiten gaat verliezen, want West heeft ruitenaas.
Schoppen is troef. Geeft dat misschien de mogelijkheid om de laatste drie slagen toch allemaal te maken?
 

 
 
Je hebt zowel in Noord als in Zuid ruiten, dus je kunt ruitenaas nog niet aftroeven.
Speel daarom in Zuid klaverenvrouw.
In Noord gooi je daarop ruitenvijf weg!
Nu kun je wel introeven. Speel in Zuid ruitenzeven en troef in Noord met schoppenvijf.
Je bent nu in Noord aan slag.
Speel daar hartenvijf en troef in Zuid met schoppenzeven.
 
Conclusie: Probeer introefmogelijkheden te creëren door verliezende kaarten op vaste slagen
in andere kleuren weg te werken.